Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij ontvingen Hem niet, omdat Zijn aangezicht was [als] [57]reizende naar Jeruzalem. 57. Namelijk om daar den godsdienst te plegen, hetwelk de Samaritanen deden op den berg Gerizim, Joh.4:20; Josef. Antiq. lib.11, cap.8 Flavius Josefus, Joodse Oudheden, 11e boek, 8ste hoofdstuk, waaruit grote haat en vijandschap tussen de Joden en Samaritanen ontstond; Joh.4:9.